vrijdag, oktober 23, 2009

De blinde koning (Dimitri Leue)

scène 3
(een klein, blauw licht komt dichter)

Krishna : ziet ge niks?

De blinde koning : Ik zie u
Maar ik ben er zeker van dat ik blind ben dus ik weet dat gij niet echt zijt.

Krishna :
(het blauwe lichtje vliegt tot in het hart van krishna diee nu pas zichtbaar wordt)

Ik ben echt en niet echt.
Niet echt echt.
maar ook niet echt niet echt.
Ik ben boter. Ik ben vis.
Ik ben honing. Ik ben melk.
Ik ben water . Ik ben vuur.
Ik ben mens.
Ik ben het niet.
Ik ben het al.
Ik ben het al dan niet.
Ik ben het wel. Ik ben de wel, de bron. Ik ben de zon.
Ik ben die ben. Ik is die is. Ik was die was. Ik zal die zal.
Ik ben die is en was en zal.
Ik ben een God.
Ik ben de god.
Ik ben de leeuwman. de koning van de jungle.
Ik ben de jungle.
Ik ben de kop van de olifant.
Zijn oren die waaien.
de wind. zijn slurf . zijn tand.
zijn afgebroken tand waarmee hij alle verhalen opschrijft.

Ganesha : Okee, dat zijt ge allemaal.
Dat is waar, maar kunnen we nu verder met het verhaal?

Krishna :
Ik ben dit verhaal.
Ik ben u.
Terwijl gij dit verhaal vertelt.
Of terwijl gij naar dit verhaal luistert.
ik ben de vader. De moeder. Het kind.
de meester en de leerling.
Ik ben degene die nu denkt : oh, was ik maar thuis gebleven.
Ik ben thuis.

Ganesha :
en nu een mooie rechte lijn naar uw naam
Ik ben ganesha. Gij zijt ...

Krishna :
Het !
Ik ben het.
Het met de grote Ha.
Ik ben De met de grote Dee.
Ik ben de Het.
Ik ben het De.
Ik ben het, de, een, of, en, maar, misschien, toch, eventueel, eidoch, helaas, goesting,joepie...
Ik ben alle woorden van de wereld en die vormen samen de zin van het leven en dat ben ik :
de zin van het leven

Ganesha :
Uw naam !

Krishna :
Ik ben uw naam, ik ben mijn naam.
Ik ben al wat benoemd is, al wat benoemd wordt en zal worden.
Ik ben alle gedachten die dansen in jullie hoofden en alle woorden die zich vormen in jullie monden.