vrijdag, oktober 30, 2009

De blinde koning (Dimitri Leue) vervolg

Krishna en de blinde koning :
Dat kan niet. Hè?

Krishna en Ganesha :
Zeg gewoon uw naam.

Krishna en de blinde koning :
Hoe kan ik nu weten wat ik ga zeggen? Dat kan toch niet.

Krishna en Ganesha :
Ik weet dat gij nu uw naam moet zeggen.

Krishna en de blinde koning :
Bent u een tovenaar? Is hij een tovenaar?

Krishna en Ganesha :
tover dan uw naam tevoorschijn.

Krishna en de blinde koning :
Bent u een God? Is hij een God?

Krishna en Ganesha:
Ja, hij is een God.

Krishna en de blinde koning:
Welke God bent u? Welke God is hij?

Krishna en Ganesha:
Krishna!

Krishna en de blinde koning :
Is hij Krishna? De Krishna?

Krishna en Ganesha:
Ja, hij is Krishna. De enige echte!

Krishna en de blinde koning:
echt waar?

Krishna :
Ja. Ik ben echt waar.
Ik ben echt waar Krishna.
en gij?

De blinde koning :
Ik ben echt waar blind.
en omdat ik nu kan zien weet ik dat gij niet echt zijt, niet bestaat.
Goden bestaan niet.
Zou Krishna zoiets laten gebeuren?

Krishna :
Maar het moest, meneer de koning.

De blinde koning :
Van wie?

Krishna :
Het moest zo zijn.
Het moest zo gaan.
Het moest.
zoals altijd.
wat moet dat moet.
Het kan niet anders zijn.
wat is, is goed.
Ook al is het schoon en pijn.
wat is, dat is.
en was en zal ook zijn.
Generaties na generaties.
Is het groot noch klein.
het leven, het lot.
Dat wat komen zal.
de mens, de god.
en natuurlijk het heelal.
de sterren en de zon.
de maan en de planeten.
Het einde begon.
maar dat wil niemand weten.
wat moet dat moet.
de molen draait maar door.
wat is, is goed.
Achter wordt weer voor.
Wat zal, dat was.
Wat weg is, komt weer terug.
Van as tot stof tot stof en as.
Onze buik is onze rug.
Wat moet, dat moet.
en was en zal ook zijn.
wat is, is goed.
Ook al is het alles, schoon en pijn.
Wat is is goed.